Chaos. Beter dan dat kan ik mijn leven niet beschrijven. Ik hou van rommel, ik leef graag in rommel, omdat ik dan makkelijk dingen vind, ze liggen immers “open”. Als ik opruim ben ik vaak daarna dagen chagrijnig omdat ik alles kwijt ben. Mijn partner is wat meer georganiseerd, maar ook hij is rommelig. 

Als je bij ons wel eens bent langs geweest zonder dat we dat hadden afgesproken, dan vond je rommel bij ons. Als je het rommelig vond terwijl we wel van te voren hadden afgesproken, reken maar dat dit al “opgeruimd” is. 

Mijn hoofd is hetzelfde. Er slingeren continue willekeurige gedachtes rond, terwijl ik ondertussen probeer door te gaan met leven. Soms zijn de willekeurige gedachtes zo sterk dat ze terug komen en dan wordt het lastig. Ze zijn onschuldig over het algemeen, vooral irritant. 

Een voorbeeld, voor degene die nu  misschien opeens het spannend beginnen te vinden. In was laatst in de supermarkt, netjes mijn boodschappenlijstje volgend, toen ik langs een plant liep die ik wel mooi vond. Nu weten de meeste mensen wel dat ik geen groene maar zwarte duimen heb, de meeste planten in mijn zorg, overleven het niet lang. Dus met die gedachte liep ik weer verder.

Om hem later weer te zien staan toen ik terug moest lopen. “Hey plant” zei ik nog terwijl ik erbij stond te dralen, kijkend naar de labels, de prijs, de andere planten die erbij stonden. Maar weer dacht ik van ‘zonde, hij gaat toch dood’ dus weer liep ik verder. Ik had net het laatste van mijn lijstje gehaald en ja hoor, ik zie hem weer staan, goed opgesteld van de supermarkt, goed in het zicht. En weer dacht ik van “Hey plant” en voordat ik het doorhad, stond ik bij de kassa, alle boodschappen op de band en de plant. 

Als ik nu naar buiten kijk, die ik hem staan, en ik hoop dat het me gaat lukken om het nog te planten in een mooie pot met aarde en dat hij blijft leven. Nog steeds als ik hem zie staan vanuit het raam blijft die, eerder nog willekeurige, gedachte in mijn hoofd komen;

“Hey plant”